overzicht
Fibromyalgie en chronische vermoeidheid
Fibromyalgie en chronische vermoeidheid hebben veel overeenkomsten qua klachten.
Omdat het klachtenbeeld doorgaans zo uitgebreid is kunnen de artsen en specialisten meestal niet (meer) achterhalen waar het begin van het probleem ooit geweest is. Psychosomatiek wordt dan vaak als reden genoemd voor de aanhoudende klachten. Simpel uitgelegd betekent psychosomatiek dat psychische klachten zich uiten in lichamelijke klachten. Een klacht kan echter gewoon een lichamelijke begin hebben en als een klacht lang aanhoudt krijgen wel altijd te maken met een psychische component, ongeacht de klacht. Door aanhoudende pijn of vermoeidheid worden we meer prikkelbaar, nog vermoeider en loopt de (psychische) belastbaarheid terug.
Het belangrijkste bij de behandeling is uit die vicieuze cirkel te komen van steeds meer pijn, steeds meer vermoeidheid en verminderde belastbaarheid (lichamelijk en psychisch). Door de pijn en vermoeidheid stopt men vaak met bewegen, maar voor herstel heeft het lichaam beweging nodig.
Bewustwording van gedrag en patronen zijn hierbij belangrijk. Deze bewustwording wordt geoefend aan de hand van lichamelijke oefeningen waar constant de aandacht wordt gelegd op de signalen die het lichaam geeft bij het doen van die oefening. Signalen die doorgaans niet worden opgemerkt of zelfs (zonder opzet) genegeerd worden. Bewust registreren van deze signalen zorgt voor betere bescherming tegen overbelasting die zich uiten in nieuwe of aanhoudende klachten.
Op het moment dat het bewustzijn alerter is geworden op de signalen kan er gewerkt gaan worden aan het opbouwen van de belastbaarheid. Als er op psychisch vlak onderwerpen spelen die beter begeleidt kunnen worden door een psycholoog, haptonoom of NLP-therapeut, dan kan hierin een samenwerking gezocht worden. Dit gaat altijd in overleg met de patiënt.
Mijn algemene behandeldoel bij fibromyalgie en chronische vermoeidheid is binnen zes maanden meer te kunnen doen met dezelfde hoeveelheid klachten.
Sommige patiënten kunnen hierop teleurgesteld reageren, omdat ze logischerwijs minder klachten zouden willen hebben. Mijn ervaring is dat het grootste deel van mijn patiënten ook wel klachtenverlichting ervaart, maar zeker niet klachtenvrij zijn bij de afronding van de therapie.